Niet persoonlijk schrijven is achterblijven
Op een zomerse donderdag in september trein ik naar Utrecht Leidsche Rijn. Op het kantoor van Frankwatching volg ik de training ‘Creatief online schrijven’ om boeiend te leren schrijven en lezers aan te sturen tot liken, delen en reageren. De hoofdboodschap: als je hetzelfde doet als iedereen, dan val je niet op. Onderscheid jouw bedrijf van de rest door meer persoonlijk te schrijven in de teksten die je de wereld inslingert! Niemand schrijft zoals jij, dus schrijf vanuit je eigen ervaringen, emoties en jouw kijk op de wereld. Ik deel vijf extra inzichten met je.
Wat maak jij mogelijk?
Naast en tegenover mij zitten nog drie jonge vrouwen, allemaal met hetzelfde probleem: “Onderwerpen zoals badkamers, voermengwagens, hang- en sluitwerk en IT vind ik niet super sexy...” Maar: de mensen voor wie ik schrijf vinden dit mega sexy! De oplossing? Ken en ben je lezer en praat niet over wat je maakt, maar over wat je mogelijk maakt. Je biedt geen bad, maar een relaxmoment. Geen voermengwagen, maar blije koeien. Geen hang- en sluitwerk, maar een veilig gevoel. Geen cloud, maar een geruststellend gevoel omdat je altijd bij belangrijke gegevens kan. Schrijf dáárover! Want “mensen vergeten wat je hebt gezegd, ze vergeten wat je hebt gedaan, maar ze vergeten nooit het gevoel dat je ze hebt gegeven” – of bedenk zo’n rake quote als schrijfster Maya Angelou, dan zullen ze je ook niet snel vergeten.
Hou het dicht bij jezelf
Door jouw gevoel, persoonlijke ervaringen en belevenissen in je tekst te verwerken is er niemand die schrijft zoals jij. Ik neem de proef op de som door over iets te schrijven dat iedereen kent en gebruikt. Het gemak, het kleinste kamertje, de poepdoos, de plee oftewel: de wc. Het eerste wat ik doe, is het onderwerp in kwestie bezoeken en meteen komen er twee zinnetjes in me op. Ik snel terug naar mijn notitieboekje om het op te schrijven. Hier komt mijn bovenkamer mee:
Ik zie je elke dag en zelfs meerdere keren. Ik moet er moeite voor doen – trappen op en lange gangen door – dat heb ik er wel voor over, hoor. Elke keer kom ik langs met een boodschap en weet je weer wat meer over mij. Hoe zit het met jou, waar kom jij vandaan? Heb je eerst lang in een stoffig magazijn gestaan? Of stond je te glimmen in een showroom en mocht je meteen mee? Ik denk dat laatste, want met jou ben ik tevree.
Wie had gedacht dat zo’n alledaags voorwerp als de goede oude toiletpot me zou inspireren?
Wat zie JIJ?
Vlak voor de lunch word ik de wijde wereld ingestuurd, naar een op het eerste oog troosteloos industrieterrein. Op dezelfde locatie pikt iedereen er iets anders uit, ziet iedereen iets anders: onze eigen kijk op de wereld. Ik deel graag die van mij.
Een hoge betonnen muur onttrekt de snelweg aan het zicht, maar het constante geraas van auto’s verraadt dat mensen onderweg zijn. Van een DHL-bezorger, een zwarte taxi en een gele bakfiets tot een motor die pruttelend voorbij rijdt. Het tankstation faciliteert veel van deze reizigers. Rustig wandelend hoor ik als ik goed luister ineens krekels in een klein stukje gras naast me. In een vast ritme laten ze van zich horen. De zon omarmt me met haar warmte en met mijn ogen dicht en de krekels op de achtergrond krijg ik het Frankrijkgevoel en waan ik me ook op reis, net als al die mensen om mij heen.
Toch niet zo troosteloos als ik dacht, als het dit gevoel bij me oproept.
Concretiseren kun je leren (door zombies)
Beeldspraak en figuurlijk taalgebruik verlevendigen een tekst, maken hem aantrekkelijker, tastbaar en – daar is ie weer – persoonlijk. Als je iets origineel opschrijft, dan schets je een duidelijk beeld voor de lezer. Een voorbeeld: Zij flaneerde als een Doutzen over de catwalk. Kies beeldspraak die bij jou lezer en zijn of haar kijk op de wereld past. Bij een foto van een paard zegt een meubelmaker bijvoorbeeld: Het paard glimt als boenwas. Een arts zegt: Het paard ziet er gespierd uit.
En kijk eens naar het verschil tussen de volgende zinnen:
Leo liep met een hond uit de woning en plukte een bloem uit de tuin van de buren.
Leo huppelde met een Golden Retriever uit zijn twee-onder-een-kap en plukte een roos uit het bloemenperkje van de buren.
De tweede zin brengt de woorden tot leven en creëert een duidelijk beeld dat je meteen voor je ziet. Concreet zijn betekent ook de lijdende vorm uit je teksten bannen, zoals: De vergadering wordt gehouden om drie uur. Zet ergens “door zombies” achter en je vindt – letterlijk – die LIJDENde vorm. Als je weet om wie het gaat, benoem dat dan! En haal elk woord weg dat je niet kunt zien, zoals innovatie. Maak het concreet, anders roept het vragen op.
All over the place-erietis
Een van mijn valkuilen is om te veel in één tekst te vertellen. Voor een opdracht moet ik nu mijn woonkamer omschrijven en ik doe dit met een tsunami aan details, waardoor bij iedereen een ander beeld blijft hangen. Eén ingeving die ik aan het einde snel nog toevoeg, zegt meer over mijn woonkamer dan de complete omschrijving: Een turquoise tweezitter die jaren bij mijn oma heeft gestaan omdat hij in mijn studentenhuis niet door het trapgat paste - én het is persoonlijk.
Laten we het persoonlijker maken! Zoals kinderboekenschrijver Dolf Verroen zei: “Duizend schrijvers kunnen beter schrijven dan ik, maar niemand schrijft zoals ik.”